De gemeente Zevenaar is op allerlei fronten actief. Om te zien of alle inspanningen ook het beoogde effect hebben, laat de gemeente regelmatig onderzoek uitvoeren. Zo ook op het terrein van de jeugdhulp.

Hoe functioneerde de jeugdhulp in 2017? Die vraag is voorgelegd aan jongeren en hun ouders die ermee te maken hadden. Van de 289 jongeren reageerden er 44 en van de 748 ouders 133. Een relatief gering aantal dus. Uit het onderzoek kunnen daarom niet al te stellige conclusies worden getrokken. Wel zijn er enkele signalen die de gemeente serieus moet nemen.

Veel werk aan de winkel

Veel blijkt goed te gaan, maar er is nog heel wat werk aan de winkel. De effectiviteit van de hulp kan vergroot worden door beter in te spelen op de behoeften van jongeren, meer persoonlijke aandacht voor hen te hebben en meer op hun niveau zaken uit te leggen. Ook helpt het als ze de jongeren niet steeds met wisseling in begeleiding te maken krijgen.

Hulp van de gemeente

  • Voor 42% van de jongeren en de helft van de ouders was het niet duidelijk waar ze terecht konden voor hulp.
  • 82% van de jongeren vond de gesprekken met de jeugdconsulent niet duidelijk.
  • Bijna de helft (46%) van de jongeren voelde zich nooit serieus genomen.N
  • og niet de helft van de ouders was tevreden over de gesprekken met de jeugdconsulent.
  • De jongeren beoordeelden het contact met de gemeente gemiddeld met een 6,3 en hun ouders met een 6,5.
  • Ouders waren meer tevreden over de hulp dan de jongeren. Ruim de helft van de ouders gaf aan dat ze op een goede manier waren behandeld, de consulent tijd voor hen nam, zij zich serieus genomen voelden en dat de juiste hulp was ingezet.
  • Vier op de tien ouders werden niet altijd snel geholpen en ervoeren de samenwerking ook niet altijd goed. 13% van de ouders voelde zich nooit serieus genomen, 10% had het gevoel nooit snel geholpen te zijn, 6% vond dat nooit de juiste hulp was ingezet en 10% ervoer de samenwerking nooit als goed.

Toegankelijkheid van voorzieningen

  • Ruim 60% van de jongeren kreeg de hulp die nodig was, bijna 40% niet (Het signaal staat hier op rood).

Uitvoering van de zorg

  • Over het algemeen werden beslissingen over de hulp samen genomen (77%). Een op de tien had het gevoel dat dit nooit het geval was.
  • Slechts 54% van de jongeren kreeg voldoende informatie.
  • Zeven van de tien ouders en drie van de tien jongeren waren positief gestemd de samenwerking tussen organisaties.
  • Zeven van de tien hulpverleners wisten volgens de jongeren en hun ouders voldoende over de jongere om deze van goede hulp te voorzien.
  • 7% van de jongeren en 10% van de ouders vond dat ze nooit de hulp kregen die nodig was.

Effect van de hulp

  • Zeven van de tien jongeren voelde zich beter door de hulp. Ongeveer de helft had het gevoel dat ze door de geboden hulp beter hun problemen konden oplossen en beter voor zichzelf konden opkomen.
  • Bij ongeveer één derde van de jongeren droeg de hulp er niet toe bij dat ze beter weten wat ze willen, dat er beter naar hen geluisterd wordt en dat ze vaker vertellen wat ze willen.
  • Ruim 60% van de jongeren kreeg door de hulp meer vertrouwen in de toekomst.